En weer ging het wekkertje, en deze keer zaten we keurig rond 8 uur in de auto, we wilden voor de eerste drukte en warmte in de Everglades zijn. Krokodillen kijken! (Zijn dus eigenlijk alligators, maar we hebben ons vandaag laten vertellen dat de verschillen tussen die twee maar klein zijn. De verzamelnaam is Crocodillians. Dus laten we ze voor het gemak Croco's noemen. Dat stoten we Midas Dekkers' onder ons ook niet voor het hoofd.)
Na een tankbeurt, een vieze, gore, rare
koffie van de Dunkin' Donuts en een iets smakelijkere donut, reden we
de Everglades 'in'. Want eigenlijk rij je er niet doorheen... meer
langs de randen van het park. Je rijdt overigens wel dóór Big
Cypress National Preserve heen, wat ook prachtig is. Maar daarover
later meer. Overigens zie je constant kleine croco-hoofdjes in het
kanaal naast de weg liggen. Dus je hebt absoluut het idee dat je in
alligatorgebied zit.
De eerste stop was om half tien, bij
Everglades Safari Park, een van de vele aanbieders van airboatrides
en aligatorfarms. Deze had een eco-tour en géén wrestling. Vonden
wij wel prettig.
We reden al een tijdje achter een
touringcar, en die ging -hop!- net zoals ons daarheen om een
buslading toeristen af te zetten. Ach ja. Het was immers zondag.
Gezellig samen met de geel bestikkerde
mensen uit de bus, namen we plaats in een airboat. Er dobberden al
wat croco's rond de boot. En er was ook een schildpad die een
waterlelie probeerde te verorberen.
De kapitein, George, maakte nog wat
grappen voordat we vertrokken; “I'll be you captain for the next
two or three days!” & “Does anyone ride an airboat before?
No? Neither did I!”
Je snapt, hartstikke lollig, vol goede
moed en vol oranje oordoppen, gingen we op weg. En terwijl de zon
genadeloos op onze bolletjes knetterde, was dat windje een welkome
verkoeling. Het is een ontzettende bokkeherrie, maar door die
propellers blijft de boot mooi hoog op het water, en maakt ie haast
geen golven of schade. En hij kan ook over het eindeloze biesgras
waaruit de Everglades bestaat (die airboatrides zijn overigens niet
IN de Everglades, daar is alles rustig en sereen). Kijk maar naar defilmpjes!!
Onderweg veel toffe vogels gezien, en
uiteraard nog wat croco's, maar niet veel, want die liggen daar goed
verstopt!
Na de ride, kregen we nog een show. 'Oh
god', dachten we. Want dát kunnen we dan weer niet zo op prijs
stellen. Toch maar keurig plaats genomen voor het verblijf van de
croco's die daar op ons lagen te wachten en dat was maar goed ook,
want daar kwam José. En José had ook zo van het WNF kunnen zijn.
Hij begon bevlogen aan zijn verhaal over de taaie croco's, de meest
efficiënte dieren die er zijn. En de praatjes die er over hen
verspreid worden, die zijn echt niet waar. En dat we als mensen eens
wat meer rust moeten nemen en de dingen nemen zoals ze zijn, net
zoals croco's. Nouja, we zullen je er niet mee vermoeien, maar het
kwam er op neer dat we zijn praatje konden waarderen. Heel
on-Amerikaans.
Naderhand mochten mensen nog een kleine
alligator vasthouden, maar daar hadden we zelf niet zo'n behoefte
aan. We liepen wel nog even de tuin door, waar nog wat verschillende
croco's lagen, maar daarna gingen we als een gek weer naar de auto,
airco aan (heel verwend) want het was echt niet normaal warm. We
hadden echt een beetje last van de hitte.
De volgende stop was in Shark Valley,
dat was een beetje een deceptie, omdat we daar naast de park-fee weer
een flinke bom duiten neer moesten tellen voor het meerijden in een
trammetje of het fietsen van het tram-rondje. De combi van de
bloedhitte en het feit dat we wel even klaar waren met geld uitgeven
aan attracties, maakte dat we besloten lekker de 'looproad' te gaan
rijden die eigenlijk door Big Cypress National Preserve loopt.
Met een gangetje van 20 mijl per uur,
dwars door de swamp, met af en toe prachtige doorkijkjes, veel
croco's, schildpadden en airplants. Top! Helaas waren er ook enorme
vliegprikbeesten die de auto maar bleven volgen, waardoor we op een
gegeven moment niet meer uit durfden te stappen of een raam open
durfden te doen. Toch veel gezien, vooral omdat er haast niemand
anders reed.
Daarna besloten we om dan ook nog even
naar Chocoloskee te rijden, een dorpje wat in de Everglades ligt. Een
mooi stadje, en je komt ook door het leuke Everglades City. We
hoopten nog ergens een glimp op te kunnen vangen van de Thousand
Islands, maar eigenlijk waren we het al een beetje zat (en we moesten
nog 2,5 uur rijden naar Fort Myers Beach).
Dat gingen we maar doen, met een
radiospelletje om de tijd te doden en als beloning een Frappé bij de
MacDé. Jammer dat Ralph weer een of andere fastfood-stagiaire trof,
en daar eigenlijk alles op/kapot/??? was. Uiteindelijk leverde dat
met veel moeite één Frappé, een sundae en een kwaaie Ralph op.
De lucht klaarde gelukkig helemaal toen
we aankwamen bij de Neptune Inn in Fort Myers Beach, ons onderkomen
voor de komende drie nachten. We kregen van Janet, de vriendelijke
receptioniste, een upgrade omdat onze kamer nog niet klaar was, en
'We would love that!'. Nou, dat klopt, mejuffrouw! Het is een soort
appartement, compleet met een kookplaat, borden en bestek. En je rolt
zo het strand op! Heerlijk!
Eten deden we een stukje verderop het
strand bij de Gulfshore Grill. Prima tentje, helemaal lollig toen
bleek dat de zangeres die haar spulletjes aan het opbouwen was, een
karaokeset bij zich had, en de mensen daar helemaal warm liepen voor
een robbertje zingen. We konden de zangers niet zien, dus we vielen
bijna van ons bankje toen er al een tijdje een meneer heel
verdienstelijk aan het zingen was, en dat uiteindelijk een heel oud
mannetje met een rollator bleek te zijn. Maar hij kreeg wel van
iedereen een high five! Maar goed, aan karaoke zit ook een maximum
aan wat een mens kan verdragen, dus we liepen bij het laatste
streepje zonlicht naar ons heerlijke kamertje in onze knusse Inn. Het
is tijd om te relaxen in Fort Myers Beach!
Weer mooie dagen achter de rug, en met veel plezier ook weer meegelezen. Alle herkenbare stukjes in Everglades gezien en meegemaakt en nu dus lekker 3 dagen chillen vermoed ik ? Have fun !
BeantwoordenVerwijderen